- wezenloos
- {{wezenloos}}{{/term}}1 [suf] 〈bijvoeglijk naamwoord; van blik, geest〉 égaré; 〈bijwoord〉 avec un regard égaré2 [niet werkelijk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 irréel 〈v.: irréelle〉; 〈bijwoord〉 de façon irréelle♦voorbeelden:1 zich wezenloos schrijvenzich wezenloos schrikken • ↑ écrire jusqu'à l'épuisement • ↑ être mort de peur
Deens-Russisch woordenboek. 2015.